Revision as of 20:47, 29 June 2013 by SvDijk (Talk | contribs)
Jump to: navigation, search


Juliana Cornelia de Lannoy



Image:Lannoy.jpg


Juliana Cornelia de Lannoy

1738-1782


  • SHE WROTE:

Aan mijn geest

[....]
Een Juffrouw Dichteres! wat buitenspoorigheid!
Maar spreek; wat hebt gy voor met al die malle grillen?
Wat voordeel ziet ge er in? 't is immers tyd verspillen:
Ach! overwin toch eens die laagheid van gemoed!
Leef, als 't een Maagd betaamt geteeld uit aad'lyk bloed:
Een Vrouw, wel onderricht in huisselyke zaaken,
Die zich bevallig kleed, naar eisch der nieuwste smaaken,
Die 't aan behendigheid in spel noch dans ontbreekt,
Die cierlyk van het weer en van de Mode spreekt;
Die, zeg ik, weet volstrekt, wat ze ooit behoeft te weeten,
En 't is Pedanterie zich meerder te vermeeten.
Dat dan de Wysgeer vry verstand en oordeel wett',
Laat hem de hooge-school; gy, houdt u by 't Salet.
1780

    • A Miss Poetess! such extravagance!
    • But pray; what is your plan with these silly whims?
    • What advantage do you see? Surely ’tis nought but wasting time:


De volmaakte man

Gestadig in het werk tot nut van 't huisgezin,
en ijvrig om zijn ambt met glorie te bekleden;
niet driftig, nooit geneigd tot wufte of dartle zeden;
bezorgd voor zijn belang, maar wars van slecht gewin:
[...]
De man, met zo veel deugd, met zo veel roem beschonken,
die man, zo dubbel waard in dichtlust mij te ontvonken,
is naar ik merken kan, nog nooit op aard geweest.

Uit: Dichtkundige werken van Juliana de Lannoy (1780)





SvD, 29 June 2013



Personal tools