Revision as of 20:31, 29 June 2013 by SvDijk (Talk | contribs)
Jump to: navigation, search


Cornélie Huygens



Image:Huygens.jpg


Conélie Huygens

1848-1902


  • THE FAMOUS WOMAN NOVELIST MRS. BOSBOOM-TOUSSAINT WROTE ABOUT HER IN A LETTER TO THE CRITIC CONRAD BUSKEN HUET:

`Gij hebt toch gelijk gehad inzake Freule Huygens, zij is wel niet Mina Kruseman zelve maar hare vriendin en discipelin. Deze zomer was zij hier bij mij en bleek mij een vreeselijke ophakster, die vrouwelijken arbeid voor ons te gering vindt, en met welke ik spoedig oneens werd.'
1878


  • J.N. VAN HALL, LITERARY CRITIC IN DE GIDS WROTE ABOUT HER:

Het is pas een half jaar geleden, dat wij de aandacht vestigden op Mej. Cornélie Huijgens en hulde brachten aan haren roman Regina; en reeds ligt weder een nieuw werk van haar hand -voor ons, ditmaal niet een geheele roman, maar een bundel van vijf grootere en kleinere novellen [Arabesken]. Ook in dit kleiner kader komt het talent van de schrijfster gunstig uit en handhaaft zij zich op de eervolle plaats, welke zij onder de Nederlandsche romancières inneemt. Mej. Huijgens zoekt het niet in het zonderlinge, in het “nooit vertoonde"; zij brengt u niet in spanning door een kunstige intrige ; gij vraagt onder het lezen harer novellen niet, hoe of dat alles toch wel af zal loopen en of zij elkaar krijgen. Op een dergelijk, dikwijls goedkoop te verkrijgen succes speculeert zij niet. Misschien zelfs neemt zij, met opzet, te spoedig genoegen met de eerste de beste intrige, welke haar invalt. Er ligt in die wijze van handelen een zekere letterkundige fierheid, die, als alle fierheid, hare goede zijde heeft en bewondering en waardeering verdient.


  • HUYGENS HERSELF DESCRIBES HER PRINCIPAL CHARACTER MATHILDE AS FOLLOWS:

Snel, als uitdagend trad zij voor een grooten penantspiegel die haar ten voeten uit weerkaatste en glimlachte tegen haar eigen beeltenis. Kon een mannenoog ooit op haar rusten en koud zijn.... koud blijven? Had de ervaring haar dit geleerd?
Langen, langen tijd stond zij verdiept in hare beschouwing, met een naïef overmoedigen glimlach om de lippen, die steeds meer zelfvoldoening teekende. Nooit nog was zij zoo schoon geweest als op dit oogenblik, nu de anders zoo matte uitdrukking van haar trekken was verdwenen, nu het leven in haar bruiste met hoog opgaande golvingen. Nooit was zij zoo schoon geweest als in deze ure met dien flikkerenden goudglans in de donkere diepten harer oogen. Nooit had zij de almacht van vrouwelijk schoon zoo gevoeld, er zoo van genoten als nu!
(Een Huwelijk, 1891)

    • Swiftly, and defiantly she stepped in front of a great trumeau mirror that reflected her full-length and she smiled at her own image.

Could a man’s eye ever rest upon her and be cold...stay cold? Had experience taught her this?
A long, long time she stood absorbed in her contemplation, with a naive overconfident smile on her lips, that showed increasing complacency.


SvD, 29 June 2013



Personal tools